dinsdag 21 februari 2012

De "Tricycle"

Naast de reeds in een eerdere editie beproken jeepney, is er ook de tricycle. Waar jeepneys een bepaalde route rijden, levert de tricycle de passagiers voor de deur af. Verrassend genoeg gaan de bestuurders van deze driewielers tamelijk zorgvuldig te werk. Er wordt tijdens de rit wel vaak getoeterd, om iedereen te waarschuwen voor het toesnellend gevaar, maar grote ongelukken gebeuren zelden. En deze jongens hebben "the Knowledge"*. Ook kennen ze alle verkeersregels. Dat zijn er overigens welgeteld 2:

Regel 1: men rijdt aan de rechterkant van de weg.
Regel 2: iedereen heeft voorrang, zolang de ander dat toelaat.



Snelheidscontroles zijn hier geen vetpot voor de overheid: niemand rijdt hier te hard. En dat komt mede door de vele verkeersdrempels. Plus de kwaliteit van het wegennet, eigenlijk IS het wegennet een verkeersdrempel. Verkeersdrempels binnen de bebouwde kom worden soms eigenhandig door de bewoners geconstrueerd: een paar opengesneden autobanden worden in de lengterichting over een houten balk genageld, en het object wordt gewoon midden op straat gelegd; Klaar is Kees. Kom daar in Nederland maar eens mee aan...


Maar terugkomend op het fenomeen tricycle: Het is niet echt een geschikt vervoermiddel voor de gemiddelde westerling. In de meeste gevallen zit je sterk voorovergebogen in een soort houdgreep. In-en uitstappen zijn handelingen waar je vooraf over moet nadenken, ik kan ochtendgymnastiek dan ook van harte aanbevelen voor de passagiers. Voor de zwaarlijvigen onder ons (American Size) is het zelfs af te raden. Dus denk 2 keer na, als je op straat de kreet hoort: "wanna ride sir?"



*) The knowledge is de kennis die een taxichauffeur in Londen moet hebben om een taxi te mogen besturen in de Britse hoofdstad.


zondag 19 februari 2012

De jeepney. Afzichtelijk maar noodzakelijk.


Er zijn verschillende manieren om van A naar B te reizen in de Filippijnen. Een eigen auto is voor velen niet haalbaar. En dat is eigenlijk wel prima, want met nog meer auto's zou men hier in een onoplosbare verkeers coma belanden. Dus is er de Jeepney. Het principe van de "Jeepney" is erg simpel. Neem een achtergebleven jeep-wrak uit de tweede wereldoorlog, en nog één, en nog één, verzamel alle bruikbare onderdelen en bak ze aan elkaar (lassen kun je het niet noemen). Ook stro-touw en plakband zijn in trek om de compositie te voltooien. Resultaat: een stinkende diesel met het stuur van een Ford, grill van een Hyundai, de wieldoppen van een Toyota, en vul verder maar in. Het woord roetfilter heeft hier geen betekenis. Bandenprofiel belangrijk? Een band is hier pas versleten als ie niet meer zichtbaar is.

                                    

Het moge duidelijk zijn dat het geen lolletje is hiermee vervoerd te worden. Op de jeepney terminal staan stouwers om zoveel mogelijk menselijk vlees in het voertuig te proppen. Dat sardienen idee geeft wel een veilig gevoel, je hebt een soort van menselijke airbag om je heen, al vóór de knal. Eenmaal gezeten, geeft ieder zijn bijdrage door aan de chauffeur, en je wordt ook geacht andermans geld naar voren door te geven. Achteraf goed handen wassen dus.  
   
Je kunt -en dat is een voordeel- overal in- en uitstappen (vooral dat laatste is een waar genoegen). Als je de chauffeur, gezeten op zijn bamboe autostoel, aangeeft waar je er uit wil, onthoudt hij dat ook, en geeft je een seintje.  Neem maar dan voor lief dat hij vrolijk zijn volgende peuk opsteekt, ondanks het niet-roken bordje op z'n dashboard. En och, dat beetje teer en nicotine maakt ook echt niets meer uit, als je de ganse dag achter andere diesel-jeepneys aan moet sjokken.

                                    

Voor de kosten hoef je deze "try before you die" ervaring niet te laten (om een heleboel andere redenen wél, maar dat ter zijde); voor 2 dubbeltjes kom je al een heel eind met dit vehikel. Doch lange ritten kun je toch beter maken met de bus of een taxi. Uiteindelijk is het menselijk lichaam samengesteld uit een flink aantal botten en andere ingrediënten, en die wil je wel graag een beetje bij elkaar houden.....


vrijdag 17 februari 2012


Wordt dit weer zo'n standaard reisverslag? Dat vroeg ik me af bij het opstarten van dit blog.... Nou nee, liever niet, wist al snel een stemmetje van binnen. Natuurlijk profileert de Filippijnse toerisme industrie het land graag als een aards paradijs, witte stranden en wuivende palmen. En zo ervaren veel toeristen het ook, eenmaal ingecheckt in hun 5-sterren hotel.

                               

Maar natuurlijk ligt het anders. De bestuurder van de koele taxi, de piccolo bij het hotel, het kamermeisje, zullen zij zich ooit zo'n reis naar verre oorden kunnen permitteren? De kansen lijken nihil. Met een salaris van een paar euro per dag koop je niet snel even een ticket. En als het dan -met de nodige hulp- toch lukt, kiest men niet voor een ver vakantie oord, maar liever voor een baan in het buitenland.

Maar ook dat kan een riskant traject zijn, zoals de werkster, die enkele reis naar Singapore ging om te werken. Bij aankomst kreeg ze de reiskosten factuur van de "agent" voorgeschoteld, en moest het eerste volle(!) jaar werken zonder salaris te ontvangen. Pas in het tweede jaar kon ze wat geld overhouden om naar haar familie te sturen, en uiteindelijk een ticket te kopen voor de terugreis naar haar thuisland.

                               

Terug naar het arme, maar toch vertrouwde leven, terug uit die wereld van het grote geld, terug in de wereld van familie en vriendschap, en respect voor anderen. Terug naar de keuken. (zie foto)